Vertrouwenspersoon

Vertrouwenspersoon

Graag willen wij u even voorstellen aan de vertrouwenscontactpersoon: Janneke Kolsters

Te bereiken op telefoonnummer: 0653899886
E-mailadres: jannekekolsters@vc-odi.nl

Je kunt op dit ODI lid een beroep doen als je vindt dat je door andere clubleden op een ongewenste manier benaderd wordt. Dit kan variëren van pesten tot (seksuele) intimidatie en agressie.

De vertrouwenscontactpersoon is beroepsmatig geschoold en gaat op een betrouwbare manier om met je verhaal, ervaring of hulpvraag. Zij proberen je op een persoonlijke manier hierbij te ondersteunen en begeleiden.
Mocht je ergens mee zitten neem dan contact met haar op!

Op het werk, op school, in de kroeg, (seksuele) intimidatie (of ongewenste intimiteiten) en ongewenst gedrag kan overal voorkomen. Dus ook bij de volleybalvereniging. Onder (seksuele) intimidatie en ongewenst gedrag wordt gedrag verstaan dat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het kan gaan om gebaren of (dubbelzinnige) opmerkingen. Van een vervelend grapje tot aanranding en alles wat daar tussen zit. Maar ook pesten of agressief/ intimiderend gedrag.

Intimidatie en ongewenst gedrag kan bijvoorbeeld voorkomen tussen volwassen sporters, maar ook tussen volwassenen en kinderen of tussen begeleider en sporter. Bijvoorbeeld een trainer die bij het geven van aanwijzingen aan een speler of speelster onnodig lichamelijk contact maakt. Of een trainer die een volleyballer buiten de trainingen veel aanraakt. Of een trainer die dreigt een speler uit de selectie te zetten als deze niet ingaat op zijn seksuele toenadering. Maar ook pesten en intimiderend gedrag van sporters onder elkaar of trainer/ coach naar teamleden.

De taboesfeer wordt beetje bij beetje verbroken, maar nog steeds is (seksuele) intimidatie en ongewenst gedrag in de sport niet altijd overal bespreekbaar. De vaak familiaire sfeer binnen de vereniging is er de oorzaak van dat intimidatie en ongewenst gedrag vaak te laat wordt herkend of dat verenigingen denken: dat komt bij ons niet voor. Maar het kan altijd en overal gebeuren.

Enkele cijfers van de jaarlijkse meldingen bij NOC*NSF. 35% komt van teamsporters, 43% van de melders is zelf slachtoffer, 70% van de slachtoffers is vrouw, 80% is jonger dan 20 jaar en bijna 20% is zelfs jonger dan 12 jaar. Van de beschuldigden is 97% man, bijna altijd ouder dan 20 jaar, is 70% trainer of coach. De overige beschuldigden zijn medesporters, (para)medisch en overig kader.

Wat mag wel en wat mag niet?
Het is onmogelijk een opsomming te geven van wat wel en niet mag, juist omdat de grenzen van persoon tot persoon verschillen. Dat maakt het ook ingewikkeld. Maar over sommige dingen zijn we het wel eens. Bijvoorbeeld dat een volwassen sportleider geen seksuele relaties met minderjarige sporters mag aanknopen. Ook niet als de sporter dat zelf zou willen! Net zoals leraren op school dat niet mogen met hun leerlingen.

Als je prettig met elkaar omgaat in een gelijkwaardige relatie, kunnen grapjes of aanrakingen best gewenst zijn. Dan is er ook geen probleem. Het wordt anders als er opmerkingen worden gemaakt die net iets te ver gaan. Daarbij hoeft niet altijd sprake te zijn van boze opzet. Een grapje kan onbedoeld toch kwetsend overkomen. Bijna iedereen kan zich er wel iets bij voorstellen.

Rekening houden met anderen
Het is belangrijk dat leden op de club rekening houden met de grenzen van anderen. En dat iedereen mag aangeven waar zijn of haar persoonlijke grens ligt, zonder dat dat flauw of preuts gevonden wordt.
De vereniging moet immers voor iedereen veilig en plezierig zijn.

Zwijgen lost niets op
Sporters die last hebben van (seksuele) intimidatie en ongewenst gedrag, kunnen dat het beste uitspreken. Het liefst tegen degene die het doet. Maar als dat niet helpt of de speler durft het niet, dan kan hij of zij het beter vertellen aan iemand anders, thuis of op de club, iemand die de speler vertrouwt. Diegene kan dan meedenken over een mogelijke oplossing. Lukt het niet de problemen informeel op te lossen, of is dit gezien de ernst van de situatie niet wenselijk, dan kan de speler een officiële klacht indienen bij het verenigings- of bondsbestuur.

Indien strafbare feiten (bijvoorbeeld aanranding, verkrachting en ontucht met minderjarigen) zijn gepleegd, kan ook melding of aangifte worden gedaan bij de politie. In elk geval moet het voor iedereen binnen de vereniging duidelijk worden dat in het geval van (seksuele) intimidatie en ongewenst gedrag gepraat moet worden. Zwijgen lost niets op.

Als bestuur van VC ODI vinden wij, in navolging van waar de Nevobo voor staat, dat wij onze ogen voor dit onderwerp niet moeten sluiten en de verantwoordelijkheid hier voor moeten nemen. Daarom is er de functie van vertrouwenscontactpersoon opgesteld. Wat deze functie inhoud kunt u lezen in de functieprofiel vertrouwenspersoon(VCP) VC ODI.